De Noordzeegarnaal behoort tot de familie van de Crangonidae, oftewel de zandgarnalen. Ze hebben een doorschijnend lichaam, grijsbruin van kleur. Pas na het koken aan boord kleuren de garnalen oranje. De garnalen kunnen drie jaar oud worden. Deze kreeftachtigen zijn grijs van kleur en meten 5 tot 9 cm. De gemiddelde lengte van de garnaal is 4,5 cm en bedraagt maximaal 9 cm. Overdag graaft de garnaal zich in, alleen zijn ogen en antennes steken uit het zand. ’s Nachts krijgen ze een donkere schutkleur en gaan ze op zoek naar voedsel. Het eerste potenpaar is bij grijze garnalen omgevormd tot grijptangen om de prooien mee te verschalken. De wijfjes leggen twee tot drie maal per jaar duizenden eitjes, gedragen op het achterlijf. Het broedsucces varieert enorm van jaar tot jaar. En dus ook de vangsten.

Grijze garnaal wordt vooral in de Noordzee commercieel bevist. Maar de soort gedijt ook elders langs de Europese kusten, overal waar zandbodems de bovenhand hebben. De Belgische garnaalvissers zijn vooral actief voor onze kust en van de Zeeuwse tot Zuid‐Hollandse kusten. De aanvoer in Belgische vismijnen is echter veel te klein (317,5 ton in 2020) voor de enorme vraag naar grijze garnaal in België. De meerderheid van de grijze garnaal op de officiële Belgische markt is dan ook afkomstig van de Nederlandse, Deense en Duitse visserij en wordt in Marokko gepeld (en van de nodige bewaarmiddelen voorzien). Aan onze kust zijn ook heel wat recreanten aan het werk, maar hen is het bij wet verboden hun vangsten te verkopen.

Omdat deze soort kortlevend is (2‐3 jaar), zich snel kan voortplanten en veel nakomelingen produceert, moet je niet echt rekening houden met de paaitijd bij de aankoop. Wijfjes die de bevruchte eitjes meedragen tussen de zwempoten kun je trouwens het ganse jaar door aantreffen.